De energieprijzen zijn niet eerder zo hoog geweest als ze nu (lees de afgelopen maanden) zijn. Eén van de gevolgen van de hoge prijzen, is dat energiebedrijven geen langlopende contracten met vaste prijzen meer aanbieden.
Voor deze energiecrisis kon je een contract afsluiten met een looptijd van twee, drie of zelfs vijf jaar waarin de prijs hetzelfde blijft gedurende de contractduur. Dit is het zogenaamde vasteprijscontract. Energiebedrijven zijn verplicht modelcontracten aan te bieden. Dit is een vereiste van de ACM (de Autoriteit Consument en Markt). Modelcontracten zijn contracten die in principe direct opzegbaar zijn en waarvan de prijs eens per halfjaar wordt aangepast. Veel consumenten die nog nooit van energieleverancier zijn overgestapt, zijn automatisch overgegaan naar een modelcontract. Deze consumenten wordt ook wel ‘de slapers’ genoemd en zijn de goudmijntjes van de energiebedrijven.
Wanneer je nu op websites van prijsvergelijkers kijkt, vind je enkel aanbiedingen met een vaste prijs voor maximaal één jaar. Het gros van de energiebedrijven biedt nu variabele (de zogenoemde model-) contracten aan waarin de prijs voor een halfjaar vastligt.
Normaliter worden de prijzen van modelcontracten twee keer per jaar aangepast, per 1 januari en per 1 juli. Energiebedrijf Vandebron kwam eind vorig jaar in opspraak omdat zij hun energieprijs al per 1 november aanpaste (lees verhoogde) in plaats van per 1 januari.
Op diverse media, waaronder TV, wordt nu veel reclame gemaakt voor uurprijscontracten. Advertenties van aanbieders van uurprijscontracten spreken meestal van ‘eerlijke prijzen’ of ‘inkopen tegen kostprijs’. Er wordt zelfs geclaimd dat uurprijscontracten ‘risico’s uit de markt halen’ voor consumenten.
Wat zijn de verschillen tussen vasteprijscontracten, variabele contracten en uurprijscontracten?
Bij het afsluiten van vasteprijs- en variabele contracten houden energiebedrijven rekening met het verbruiksprofiel van de klant. Daarom vragen ze ook of, en zo ja hoeveel, een potentiële klant zonnepanelen heeft. Sommige energiebedrijven vragen zelfs al of een potentiële klant een hybride warmtepomp of een elektrische auto heeft.
Dit doen ze met een reden: hiermee kunnen ze het profiel beter inschatten. Daardoor kunnen ze ook een betere prijs bieden. Immers: hoe minder inzicht in het verbruik, hoe groter het risico en hoe hoger de opslag. Andersom: hoe meer inzicht, hoe lager het risico en dus ook de prijs.
Wanneer een energiebedrijf een vasteprijsaanbieding maakt met een looptijd langer dan een jaar, kijkt dat energiebedrijf ook naar de forwardcurves. De forwardcurves laten zien tegen welke prijs nu energie in- of verkocht kan worden terwijl levering pas in de toekomst plaatsvindt. Die toekomst kan over een jaar zijn, maar ook over vier of vijf jaar.
Het risico van gedragsverandering ligt dan helemaal bij het energiebedrijf. Het vervangen van een CV-ketel door een warmtepomp leidt tot minder gas- en meer elektriciteitsverbruik. De aanschaf van een elektrische auto leidt tot meer elektriciteitsverbruik. Het plaatsen van zonnepanelen leidt enerzijds tot lager verbruik bij gelijktijdigheid van zonne-energieproductie en verbruik en anderzijds ook tot teruglevering. Allemaal risico’s die het energiebedrijf moet overzien.
Bij variabele contracten is deze horizon korter en meestal slechts een halfjaar. Ook hier houdt een energiebedrijf rekening met het verbruiksprofiel. De looptijd is echter korter en het risico op gedrags- c.q. verbruiksverandering dus lager.
Bij uurprijscontracten hoeft het energiebedrijf feitelijk geen rekening te houden met een profiel. Je betaalt immers wat je verbruikt tegen de prijs van dat moment.
Net als bij een vasteprijscontract of een variabel contract, moet het energiebedrijf met een uurprijscontract ook rekening houden met onbalans. Onbalans is het verschil tussen het voorspelde verbruik voor de volgende dag en het werkelijke verbruik op die dag. Onbalanskosten kunnen bij grote afwijkingen flink oplopen. Dit zijn risico’s waar een energiebedrijf altijd rekening mee moet houden, ongeacht het verbruiksprofiel van een klant.
Wat is interessanter?
Wat is nu interessanter voor een consument? In onderstaande tabel worden de historische forwardprijzen voor de jaren van levering vergeleken met de gerealiseerde uurprijzen in het jaar van levering.
In bovenstaande tabel is geen rekening gehouden met een profiel.
Wanneer de vergelijking tussen gerealiseerde forwardprijzen en gerealiseerde uurprijzen wordt weergegeven in een grafiek, zijn de verschillen duidelijker waarneembaar. In onderstaande grafiek is gekeken naar de forwardprijs voor het jaar van levering in het jaar voorafgaand aan dat jaar en in de twee- en driejaar voorafgaand aan het jaar van levering. Deze zijn vergeleken met de gerealiseerde uurprijzen in het jaar van levering.
Uit de vergelijking blijkt dat in 2015, 2016, 2019 en 2020 een uurprijscontract goedkoper is geweest dan een contract met een vaste prijs. In 2017, 2018 en 2021 is een uurprijscontract juist veel duurder geweest. Net als in 2022 maar dit jaar is pas net begonnen. Tot en met 2020 waren de verschillen tussen de forwardprijzen en de gerealiseerde uurprijzen niet heel groot.
Let wel: het betreft hier gemiddelden zonder profiel. Iedere consument is ingedeeld in een profiel (zie ook: https://www.nedu.nl/documenten/verbruiksprofielen/) maar in de berekeningen is hier geen rekening mee gehouden.
Bij een variabel en vast contract heb je meestal twee tarieven: het daltarief (alle weekenden en nationale feestdagen en op werkdagen tussen elf uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends en het normaaltarief (alle overige uren).
Onderstaande grafiek toont het dagprofiel van alle consumentenprofielen samen en gemiddeld over een heel jaar.
Tot op heden is het normaaltarief altijd hoger dan het daltarief.
Zonder rekening te houden met een profiel noch enige andere kosten, zou een consument met een verbruik van 3.500 kWh in 2021 € 360,36 aan elektriciteit hebben betaald wanneer deze consument een contract op basis van uurprijzen had.
Wanneer wel rekening wordt gehouden met een profiel zou die gemiddelde consument € 380,84 aan elektriciteit hebben betaald. Een verschil van slechts 5,7%. Het gebruikte profiel voor deze berekening is op basis van het gemiddelde uurverbruik van alle consumentenprofielen zonder zonnepanelen.
Met een uurprijscontract wordt de klant afgerekend op werkelijk uurverbruik en niet op het gemiddelde van al die andere Nederlanders zonder zonnepanelen. Dit kan grote verschillen opleveren, zowel positief als negatief.
Consumenten die echt kunnen sturen in hun verbruik, kunnen flink profiteren van uurprijscontracten ten opzichte van vasteprijscontracten. Consumenten die dit niet kunnen, of gewoon niet op de timing van hun verbruik letten, kunnen fors duurder uit zijn.
Zonnepanelen
Consumenten met zonnepanelen kunnen met uurprijscontracten de komende jaren ook bedrogen uitkomen. Met een vasteprijscontract ontvangt een consument meestal dezelfde prijs als hij betaalt. Met een uurprijscontract krijgt de consument de prijs van dat uur. Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de gerealiseerde opbrengsten zien van een zoninstallatie waarbij de productie is afgerekend tegen de uurprijs van die uren ten opzichte van de gemiddelde uurprijs over een heel jaar.
Door de opkomst van zonne-energie in Nederland leveren deze zonne-uren steeds minder op de afgelopen jaren. In 2021 was het zelfs nog maar 75% van de gemiddelde uurprijs.
Los van het al dan niet kunnen sturen op verbruik, is timing en consistentie ook belangrijk voor de contractkeuze. Consumenten die begin 2021 een energiecontract voor vijf jaar hebben afgesloten op basis van een vaste prijs, zijn deze jaren spekkoper. Consumenten die nu een nieuw contract moeten afsluiten, zijn in de aap gelogeerd, ongeacht welke contractvorm ze besluiten te nemen.
Het afsluiten van een energiecontract is geen sinecure. Veel consumenten en MKB-bedrijven zijn recent de dupe geworden van het faillissement van hun energieleverancier. Vaak nieuwkomers op de markt die klanten lokken met (te) lage prijzen en (te) hoge overstapvergoedingen. Nu worden klanten verleid over te stappen naar leveranciers met variabele contracten of uurprijscontracten. Maar uurprijscontracten zijn niet per definitie goedkoper dan vasteprijscontracten. Sterker nog, uurprijscontracten kunnen veel duurder uitvallen dan vasteprijscontracten.
Om een uurprijscontract af te sluiten, moet men goed zicht hebben in het eigen verbruik en eventuele (zonne-)opwek én de mogelijkheden dit aan te passen op het moment dat de uurprijs opeens € 620,- per MWh is. Dit is 62 cent per kilowattuur en de kale prijs, dus zonder opslag van het energiebedrijf en zonder energiebelasting en Opslag Duurzame Energie.
Uurprijscontracten hebben cons en zijn voor pro's.
Comments